Gino Debeyne: man, echt-genoot, papa, levensgenieter, half Vlaming-half Portugees, leraar Woord, lief-hebber van literatuur en toneel.
Gino: “Mijn ouders hebben me zo genoemd: ze twijfelden tussen Marino en Gino. Al een geluk!”
Van tactische tovenaar tot dromerige dichter, van ziekelijk zoontje tot fuckend festenbeest, van travestiete troela tot ratelende regisseur, van borderline boontje tot karaktervaste koele koning. Sinds oktober 1981 speelde ik ongeveer 40 rollen. Regelmatig ook eens aan het regisseren. Enkele stukken: ‘Fimosis’ (Jan Sobrie en Peter Monsaert, Theater Platteau, Izegem, 2014), ‘Dood van een handelsreiziger’ (Arthur Miller, Kohané Lendelede, 2016), ‘TIRZA’ (Arnon Grunberg, Zwevegems Teater, 2017), ‘Mémé de peetmoeder’ (Jan Sobrie, Vereenigde Vrienden Roeselare, 2021), ‘Vader’ (Florian Zeller, Vereenigde Vrienden Roeselare, 2022).
Toneel is méér dan mijn werk. Méér dan een passie. Het houdt het kind én de mens in me wakker. Het laat mijn verbeelding levendig. Het is mijn duistere kant. Mijn ‘Dexter’. ‘Theatre. Sometimes it sets my teeth on edge, other times it helps me control the chaos.’
Mijn papa die zelf speler en regisseur was, nam me mee op de scène en achter de schermen, waar ik alle mogelijke geneugten van het theater ontdekte. Mijn mama was onze grootste supporter. Mijn vrouw, dochter en zoon mijn beste barometers. Januarikind: koppig, taai en onhandig, maar immer vrolijk, warmvoelend en gul. Altijd vechtend tussen hoofd en hart. Dolend en tsjolend. Een pekker, dat ook.
Overweldigd en geïnspireerd door alchemisten die begerig onder mijn dons sluipen en mij aanspreken. Het geil dat van hun lippen lekt, bewaar ik in een bokaal voor overdag. Johan Harstad, Bryan Ferry, David Lynch, Arnon Grunberg, Ramses Shaffy, Herman Van Veen, Arvo Pärt, Dexter Morgan, Patrick Süskind, Dirk Tanghe, Ivo Van Hove, Jan Sobrie, Alex Schulman, the XX… om er maar een paar te noemen. Caiperinha voor de ziel. Ik regisseer graag. Allemaal beelden die op u af komen, met en zonder klank. Ik verzin mijn eigen verhalen daarbij. Ik kijk ook graag naar mensen. Ik hou heel veel van mensen. Ik hou van heel veel ensen. Als ge lang genoeg naar iemand kijkt, ontdekt ge altijd iets schoons. En dat leg ik vast. Hier. Vanboven.
‘Theater is de crème fraîche op de maatschappij: echt nodig is het niet, maar wel lekker.’ (Jan Sobrie)”